Men moet mij een dwaas gevonden hebben. Gevonden bij een dwaas moet men mij hebben. Nee
Een biezeke in het riet gevonden hebben, waar de Samber in de Maas vloeit, gevonden moeten hebben. Ja
Men moet mijn tongblad aanschouwd hebben, de zoete kindergeur geroken hebben, mij hebben horen zeggen: 'waar was ik'; mijn eerste woorden. Ja
Men nam mij in mijn armen op in zijn gemeenschap, de gemeenschappelijkheid van de man, in de armen van een man, die men een dwaas moet hebben gevonden en daar werd ik gevonden. Nee
Het biezeke werd voorts gebruikt om kranten in te bewaren. Die kwamen daar goed van pas om de schillen van de aardappelen in op te vangen. Zoals dat, ja
Ik was een pommel, ik zat liefst voorover gebogen in het land aan de slootrand. Ik was het eens met het gras en de lucht op het gestaag stromende water (sneller dan je denkt!), zoals je het eens bent als je een vis bent met het water. Van visjes zag ik velen. Ja, delen
Namen benoemen, is een even grote kunst als het maken van de foto. Is een even al-chemisch, als het maken van goud uit de zuiverste zaken. Sic
Veel geheimen maakte ik mij eigen, maar evenmin als ik de taal van het Elysette spreek, spreken mijn geheimen. Ik
Het grootste geheim is de kunst. Kunst ik de kunde kunst te maken. Kunde het kleine als een koord aan de dansende hond te binden. De wolk te laten jammerlachen. De mens is sterfelijk, maar de kunst kan gereanimeerd worden. Dat is niet haar geheim. Zij is het geheim. Vele
Ik heb een geheim. De kunst heeft de hare. Spiegels die elkaar spiegelen, wijken altijd van de pijlbare punten. Ik bezit het geheim, zoals het grotere geheim mij bezit. Nee
Waarmee te beginnen? Alles is Waar? Waar begint het middenste midden? Nee! Van Waarde is alles! Bij mijn naam, van waarde. Waar
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten