donderdag 12 maart 2009

Solem orientem plures adorant quam occidentem

ladida ladio ladia ladido
Hier komt de zon, ik zing het je de zon
het schijnen van de tor de hoogste, hoger nog
dan mars, hoewel die kleiner is en dus verder kon
en roder is maar kouder is maar er is leven
op de zon brandt het helse tempera lavahel
- O Sol over bol, solaar sans sol., solair sola fide -
de vuursalamander het vuurroosje vlieg op

spanne, is het wel branden dat op is de zon is
hangt niet mijn hart de zon in ruste uit
ladida ladido is het geen zwart
gat ladido waar alles invalt

laatst vond ik een sleuteltang, een muurschroef,
de kukeltong, de torenhaan, de achteraan, alles
was al grotendeels vergaan tot een cel im Zeller
maar ladido waar alles invalt ja al duurt het decennia

al duurt het decennia. maar ik zing je de zon,
ik zing je de zon in het vat, in vacuo de zon, de helse zon,
maar ik zing je, ik zing in je, want ik zing je
maar een gedicht over de zon, hier komt ie. Spot on:

dinsdag 10 maart 2009

Zomin, maar wat van waarde

Men moet mij een dwaas gevonden hebben. Gevonden bij een dwaas moet men mij hebben. Nee

Een biezeke in het riet gevonden hebben, waar de Samber in de Maas vloeit, gevonden moeten hebben. Ja

Men moet mijn tongblad aanschouwd hebben, de zoete kindergeur geroken hebben, mij hebben horen zeggen: 'waar was ik'; mijn eerste woorden. Ja

Men nam mij in mijn armen op in zijn gemeenschap, de gemeenschappelijkheid van de man, in de armen van een man, die men een dwaas moet hebben gevonden en daar werd ik gevonden. Nee

Het biezeke werd voorts gebruikt om kranten in te bewaren. Die kwamen daar goed van pas om de schillen van de aardappelen in op te vangen. Zoals dat, ja

Ik was een pommel, ik zat liefst voorover gebogen in het land aan de slootrand. Ik was het eens met het gras en de lucht op het gestaag stromende water (sneller dan je denkt!), zoals je het eens bent als je een vis bent met het water. Van visjes zag ik velen. Ja, delen

Namen benoemen, is een even grote kunst als het maken van de foto. Is een even al-chemisch, als het maken van goud uit de zuiverste zaken. Sic

Veel geheimen maakte ik mij eigen, maar evenmin als ik de taal van het Elysette spreek, spreken mijn geheimen. Ik

Het grootste geheim is de kunst. Kunst ik de kunde kunst te maken. Kunde het kleine als een koord aan de dansende hond te binden. De wolk te laten jammerlachen. De mens is sterfelijk, maar de kunst kan gereanimeerd worden. Dat is niet haar geheim. Zij is het geheim. Vele

Ik heb een geheim. De kunst heeft de hare. Spiegels die elkaar spiegelen, wijken altijd van de pijlbare punten. Ik bezit het geheim, zoals het grotere geheim mij bezit. Nee

Waarmee te beginnen? Alles is Waar? Waar begint het middenste midden? Nee! Van Waarde is alles! Bij mijn naam, van waarde. Waar